Een Basisinkomen Een Links Verhaal?

De Laatbloeier - Onvoorwaardelijk Basisinkomen-01

Alleen maar linkse argumenten

Het wondermiddel dat het onvoorwaardelijke basisinkomen heet wordt voornamelijk op handen gedragen door vooral links-georiënteerden. Zij dragen vooral de voordelen uit op sociaal vlak, maar door dit te doen slaan zij totaal de plank mis. Niet omdat het ongegronde of onbelangrijke aspecten zijn die aan het basisinkomen kleven, maar puur omdat het preken voor eigen parochie is.

Keer op keer zie ik dat dezelfde fout wordt gemaakt. Ook de VPRO spreekt heel populistisch van ‘gratis geld’ wanneer zij weer een documentaire over het basisinkomen hebben. Wat met open armen wordt ontvangen door één kant van het politieke spectrum (dat deel dat al is overtuigd), maar met argwaan wordt aanschouwd door de andere kant (het deel dat nog overtuigd dient te worden). En dat terwijl het van oorsprong een rechts concept is dat door niemand minder dan Milton Friedman werd gepredikt.

Ook zijn er mensen die gaan discussiëren over de exacte hoogte van het basisinkomen. Uiteraard heeft de hoogte van een basisinkomen allerlei gevolgen. Te laag en het is onmogelijk in de minimale levensonderhoud te kunnen voorzien. Te hoog en men denkt dat het de prikkel tot arbeid kan doden, niet dat Rome daar in haar tijd erg veel last van had. Maar dat terzijde, het is namelijk veel belangrijker om de voordelen op een rechtse manier uit te leggen en om de condities waaronder een basisinkomen kan worden ingevoerd te bediscussiëren.

Gigantische economische impuls

Sowieso is het basisinkomen een investering in de economie en moet als zodanig worden uitgelegd. Dat economie meer inhoud dan enkel het kapitaal binnen een geografische locatie is weer een andere discussie, waarbinnen de linkse argumenten helemaal tot hun recht komen. Het onvoorwaardelijke basisinkomen is een economische impuls van ongekende proporties en er mag dus veel van verwacht worden. Het zal namelijk een positieve vicieuze cirkel opwekken, waarbinnen arbeid goedkoper wordt; meer arbeidsplaatsen ontstaan; producten en diensten worden goedkoper; de vraag naar deze producten en diensten neemt toe; productie wordt opgevoerd; er komen meer arbeidsplaatsen bij.

Maar tegelijkertijd brengt het een complete verandering in ons volledig systeem teweeg, zowel het sociale stelsel als het belastingsysteem moet op de schop. Zo zijn alle verschillende uitkeringen en toeslagen verleden tijd, wat bijdraagt aan een kleinere overheid. Wanneer het minimumloon op termijn wordt losgelaten zal belasting op arbeid afnemen, wat hopelijk bijdraagt aan het enthousiasmeren om andere dingen te belasten zoals bijvoorbeeld CO2-uitstoot en energieverbruik. En dit is nog maar het topje van de ijsberg.

De wereld staat niet stil

Zoveel veranderingen stuit natuurlijk op verzet. Naarmate wij ouder worden zijn we steeds minder in staat om ons progressief op te stellen. Je hebt het zelf vast ook wel eens gezegd. ‘We hebben het altijd zo gedaan!’ En een stukje angst voor het onbekende speelt daar ook een rol bij. Spontaan is iedereen advocaat van de duivel en zien we allerlei beren op de weg. Maar hoe je het ook wendt of keert, de wereld is in beweging. Het basisinkomen gaat komen, als het niet goedschiks is dan kwaadschiks. Want de ontwikkelingen in de arbeidsmarkt, de modernisering, globalisering en zelfs milieukwesties vragen om een rigoureus innovatie binnen bestaande systemen. Zo rigoureus dat we het zelfs een draai van 180 graden mogen noemen, want op veel punten zitten we nu op een rampenkoers.

Verandering is dus onafwendbaar, maar er zijn net zoals bij de industriële revolutie flink wat voordelen te behalen wanneer je de eerste bent die de belangrijkste wijzigingen doorvoert. Dus laat Nederland die VOC mentaliteit eindelijk spreken of moeten we wachten tot het op supranationaal niveau wordt ingevoerd? Ik hoop op optie één, want het zal de Nederlandse invloed in de EU vergroten, evenals onze positie op de wereldmarkt.

Uw vrijdenker,

De Laatbloeier